Tafeltennis.nu

In deze column onderbouwt Lex Bruijn zijn mening dat de heren eredivisie, die de laatste jaren bestond uit 8 teams, moet worden uitgebreid. Lex, die komend seizoen coach is van het damesteam van Hilversum, schrijft regelmatig columns voor tafeltennis.nu

Competities bij kleine sporten moeten meebewegen met ontwikkelingen, zeker aan de top. Dat zorgt ervoor dat de sport aantrekkelijk blijft of wordt voor sponsors. Op dit moment zijn beide eredivisie tot ver in het voorjaar volkomen onaantrekkelijk. Bij de dames is het verschil aan de top groot, dus het is voorstelbaar dat de eredivisie dames teruggebracht wordt naar 6 teams. Bij de heren liggen de zaken anders. In de 1e divisie ontstaan teams die waarschijnlijk makkelijk in de eredivisie mee zouden kunnen spelen.
Mijn voorstel is dan ook om de eredivisie bij de heren uit te breiden tot 10 teams. Dat kan door de nummers 1 en 2 van de 1e divisie A in het voorjaar beiden te laten promoveren. Om te kwaliteit van de eredivisie goed te bewaken, spelen de nummers 7 en 8 van de eredivisie een promotie-/degradatiewedstrijd tegen de nummers 3 en 4 uit de 1e divisie A. Vanaf het seizoen 2019 – 2020 wordt de 1e divisie gewoon weer verspeeld in 2 poules van 6 die per half jaar een volledige competitie draaien.
Wat gebeurt er dan in die eredivisie met 10 teams? Op basis van teamrating worden de teams verdeeld over 2 ‘gelijkwaardige’ poules van 5 teams. In het najaar wordt door elk team 9 wedstrijden gespeeld, nl. eenmaal tegen de teams uit zijn eigen poule en ook eenmaal tegen de teams uit de andere poule. Van beide poules gaan de beste vier teams naar de play-off poules, twee poules van 4. De competitie wordt in januari voorgezet door de teams (allemaal puntloos) één wedstrijd te laten spelen tegen de teams uit de andere poule (dat zijn 4 wedstrijden, in totaal dus nu 13). Vervolgens beginnen de kwartfinales, waarbij in een best-of-three de nummers 1 tegen 4 en de nummers 2 tegen 3 spelen om een plaats in de halve finales. De verliezers zijn klaar en hebben dan 15 of 16 wedstrijden gespeeld. Het verdere verloop laat zich raden: na de halve finales, eveneens in best-of-three volgt op neutraal terrein tenslotte de apotheose.
Wat gebeurt er dan met beide nummers 5 uit beide najaarspoules? Die worden ondergebracht in één poule, tezamen met beide kampioenen van de 1e divisiepoules. Deze vier teams (allemaal puntloos) spelen een hele competitie, zijnde 6 wedstrijden (in totaal dan 9 plus 6 is 15 gespeeld). Vervolgens volgen de halve finales play-down in best-of-three. Om de kwaliteit van de eredivisie te bewaken volgen er voor alle teams uit deze play-down poule promotie-degradatiewedstrijden. De winnaars van de halve finales spelen die beslissingswedstrijd tegen de nummers 2 uit beide poules, de verliezers spelen hun beslissingswedstrijd tegen de kampioenen van voorjaarscompetitie in de 1e divisie. Tegenstanders worden uiteraard bij loting bepaald. Ook deze beslissingswedstrijden worden op neutraal terrein verspeeld.

Voordelen van deze opzet: elke wedstrijd in de eredivisie doet er toe, een voorjaarscompetitie met een heel aantrekkelijke opzet die bol kan staan van de spanning met voor iedereen kansen op een hoge notering door de invoering van kwartfinales. Voordeel is ook dat de kwaliteit van de eredivisie wordt bewaakt omdat er geen automatische degradatie vanuit de eredivisie plaats vindt. Aan de onderkant krijgen de teams uit de 1e divisie sneller kans om zich te voegen bij de elite en is voor hen ook elke wedstrijd belangrijk.

Nadeel van deze opzet is dat er voor de 1e divisieteams wel verschil is of je nu kampioen wordt in het najaar of in het voorjaar. Maar dat is nu ook zo, sterker nog: in het huidige systeem heeft een kampioenschap in het najaar geen enkele waarde.
Ik hoop dat dit plan voor de werkgroep eredivisie aanleiding is om eens na te denken over de noodzaak tot aanpassing van het huidige systeem.

Column van Lex Bruijn voor tafeltennis.nu