Tafeltennis.nu

Meedogenloze strijd om elf Europese tickets voor de Olympische Spelen

Morgen start in Luxemburg een van de zwaarst toernooien in de tafeltenniswereld: het Europees Olympisch Kwalificatietoernooi. Vijf dagen lang - drie als je geluk hebt - strijden om een van de elf tickets per klasse die beschikbaar zijn voor de Europese spelers.

 

Timo Boll verwoorde het in 2000 na zijn kwalificatie nog zo: "Ik heb gevochten alsof mijn leven er van afhing. Dit toernooi speel ik nooit meer." Het toont aan hoe zwaar fysiek én mentaal de opzet van het kwalificatietoernooi is. Eerst twee dagen lang strijden in groepen van vier (soms drie of vijf) om je te plaatsen voor de tweede fase. Je overleeft enkel als je bij de eerste twee eindigt.

Daarna begint het echte werk pas: vier groepen met acht spelers spelen op de derde dag een knock-outtoernooi. De winnaar heeft zijn ticket vast. Dag vier is identiek, met dat verschil dat de verliezende finalist in de eerste ronde is vrijgesteld. Op het einde zijn er opnieuw vier tickets beschikbaar.

De 24 resterende spelers die nog geen ticket hebben bemachtigd spelen op de vijfde dag een "progressive knock-out" om een finale rangschikking te bepalen. De eerste drie spelers op de ranglijst hebben hun ticket vast. Wie lager staat moet hopen op een forfait. Wie tot de vijfde dag moet strijden zal dus vijftien wedstrijden in de benen (en armen) hebben op vijf dagen tijd.

 

Nederland heeft enkel Elena Timina afgevaardigd naar Luxemburg. Zij moet er de Olympische Kwalificatie voor de Oranjedames afdwingen. Landen met drie geplaatste spelers hebben immers voorrang op landen die slechts twee spelers plaatsen. Daarna komt het eindklassement van de voorbije wereldkampioenschappen in aanmerking. Daar is Nederland met een vijfde plaats het beste Europese land, waardoor er al vijftien andere landen drie speelsters moeten plaatsen wil ons land alsnog uit de boot vallen.

Mocht Elena een van de elf tickets bemachtigen, dan zal ze enkel in de landencompetitie aantreden. Enkel de twee hoogst gerangschikte speelsters mogen aantreden in de individuele competitie.

 

Makkelijk zal de plaatsing alleszins niet zijn. Het deelnemersveld bevat immers vijftien speelsters uit de top-100 met Irene Ivancan, die de landencompetitie voor Duitsland moet veilig stellen, als eerste reekshoofd. Bastian Steger voert de herenranglijst om dezelfde reden aan.